Een droom die werkelijkheid wordt
Een droom die werkelijkheid wordt
Als sociaaldemocraat bezoek ik regelmatig de Willem Drees Lezing in Den Haag. Deze Lezing is vernoemd naar de rasechte sociaaldemocraat Willen Drees, die in de vorige eeuw diverse politieke en bestuurlijke functies heeft vervuld. Hij was onder meer wethouder in Den Haag, minister van Sociale Zaken en minister-president van Nederland. Deze Lezing bestaat uit drie onderdelen. Een deskundige houdt een lezing van 50 minuten over een actueel onderwerp, daarna volgt een korte reflectie door een co-referent. De co-referent plaatst enkele kanttekeningen, vult het verhaal aan of wijst op enkele omissies. Na het co-referaat mogen de bezoekers enkele technische vragen stellen aan beide sprekers. Geen discussie of debat.
Geïnspireerd door de Willem Drees Lezing liep ik lange tijd rond met het idee om een jaarlijkse Diversiteislezing te organiseren. Hierover sprak ik in 2007 met Ab van der Touw, voorzitter van de Raad van Bestuur van Siemens. In die jaren was hij een erudiete spreker over dit onderwerp. Ik probeerde hem te bereiken, maar werd door zijn protegés niet doorverbonden. Tot ik hem als raadslid ontmoette tijdens een netwerkbijeenkomst van de Raad voor Zoetermeerse Ondernemers, een plaatselijke MKB. Ja, Van der Touw hield daar een inspirerend verhaal over diversiteit, een onderwerp dat mij in die tijd nogal bezighield. Bij de kennismaking vertelde ik hem dat ik geen contact met hem kon krijgen. Prompt gaf hij zijn directe telefoonnummer. Om een lang verhaal kort te houden, hij was bereid voorzitter van het Curatorium van de Lezing te worden, die jammer genoeg niet doorgegaan is.
Een andere oprisping was een jaarlijkse Migratielezing. Een Haagse wethouder adviseerde mij in contact te treden met de Lalla Rook Leerstoel. De leerstoel vond het een interessant idee en vroeg of de lezing naar Lalla Rookh vernoemd mag worden. Daar had ik geen problemen mee. Tijdens de eerste Lalla Rookh Lezing hield oud-minister Jan Pronk een indrukwekkend verhaal over de onafhankelijkheid van Suriname. Als lid van het Kabinet Den Uyl gaf hij ons een kijkje in de keuken van de onderhandelingen tussen Nederland en Suriname. Deze lezing is vooralsnog eenmalig geweest.
Begin 2017 was ik op bezoek bij de Sarnámi dichter Jit Narain op Lángádám, in Suriname, op weg naar het plaatsje Uitkijk. Heel blij vertelde hij toen dat hij kortgeleden de Trefosaprijs van de Afro-Surinaamse gemeenschap heeft gekregen voor zijn verdienste op het literaire gebied. Tegelijkertijd merkte hij op dat hij een dergelijke prestigieuze award van de Hindostaanse gemeenschap niet heeft gekregen. Eren Hindostanen hun eigen helden niet, vroeg ik me af. Indachtig zijn opmerking sprak ik in Nederland met enkele mensen en instellingen. Die gesprekken leidden niet tot een bevredigend resultaat. Wat niet gold voor het onderhoud met enkele toegewijde oud-leden van het Kollektief Jumpa Rajguru, een emancipatiebeweging uit de jaren zeventig die aan de wieg heeft gestaan van de Sarnámibeweging. En zie hier het resultaat: een nieuw initiatief om een jaarlijkse lezing en cultuurprijs naar Jit Narain te vernoemen. Deze lezing en award zullen alternerend in Nederland en Suriname worden gehouden. Hier ben ik ontzettend blij om. Eindelijk kunnen we op een mooie manier aandacht besteden aan de Sarnámi cultuur en kunnen we mensen die zich op dit terrein verdienstelijk hebben gemaakt eren. En wat mij betreft, een mooie droom die op een fijne manier is uitgekomen. Tot ziens op vrijdag 31 augustus aanstaande!
Krishna Autar