Coreferaat Jerry Egger Jit Narain lezing 2019
Coreferent bij Jit Narain Lezing van Lila Gobardhan – Rambocus 8 augustus 2019
Genodigden, dames en heren,
Lila Gobardhan – Rambocus’ dissertatie, Onderwijs als sleutel tot maatschappelijke vooruitgang: Een taal – en onderwijsgeschiedenis van Suriname, 1651 – 1975, is meer dan alleen maar een studie over het hele onderwijs en taalgebeuren in Suriname. Het bevat ook heel wat belangrijke stukken over de culturele ontwikkeling van Suriname, een aspect van onze geschiedenis waar er nog niet veel over is vastgelegd. Op de Bachelor geschiedenis opleiding van de Faculteit der Humaniora van de Anton de Kom Universiteit van Suriname geef ik het onderdeel Suriname 3 – dat is de periode na 1945 – en telkens word ik geconfronteerd met het feit dat er nog niet veel is geschreven over culturele ontwikkelingen in zijn algemeenheid in Suriname na de Tweede Wereldoorlog. Ik maak dan altijd gretig gebruik van de delen over cultuur in de dissertatie van Lila. In haar presentatie van vanavond over het onderwijs aan de Brits Indische contractanten die in Suriname kwamen na 1873, zult u gemerkt hebben dat zij ook andere ontwikkelingen betrekt bij het onderwerp. Dat moet want zonder contekst is het een opsomming van jaartallen en gebeurtenissen, meer niet. Pogingen om onderwijs te geven aan contractanten passen in een bepaald beleid van het Nederlandse koloniale beleid in Suriname. De weigering van deze Brits Indiers in de beginfase om meisjes naar school te sturen past in een bepaalde opvatting van de rol van vrouwen in de Brits Indische cultuur. In dit laatste geval is het overigens interessant om de uitzonderingen op de regel te vinden. Een mooi voorbeeld is Alice Singh, de dochter van de bekende tolk Sitalpersad. Haar moeder stuurde haar naar een katholieke school zonder dat haar vader ervan wist. Zo kreeg zij dus onderwijs als enig Hindoestaans meisje op de hele school, dat haar in staat stelde te lezen en schrijven. Vooral de verschillende vreemde talen die zij kreeg zoals Frans, Engels en Duits, hebben haar geboeid. Het geval van Alice Singh is een interessante uitzondering die de regel bevestigt. Een van de personen die ook tegen het naar school gaan van Alice was, was haar grootmoeder, Phuljaree, de moeder van Sitalpersad. Deze vrouw was een contractant die in 1882 met haar jonge zoon naar Suriname kwam. Zij was weduwe, kwam uit een welgestelde familie, nam geheel zelfstandig het besluit India te verlaten nadat er waarschijnlijk het een en ander moet zijn gebeurd, en bouwde een nieuw leven op in Suriname. En uitgerekend deze vrouw vond het geen goed idee dat haar kleindochter naar school ging. De grootmoeder zat dus vast in een bepaalde visie op het vrouw zijn terwijl haar eigen leven afweek van de standaard rol van de vrouw. Ik dacht aan dit voorbeeld toen ik de tekst van deze presentatie van Lila Gobardhan – Rambocus aan het lezen was. Laat me direct erbij zeggen dat de rest van het leven van Alice Singh verder wel “traditioneel” was in die zin dat zij door haar vader werd uitgehuwelijkt aan een man die in het toenmalige Brits Guiana woonde, dat zij ook daarnaartoe verhuisde en – wel met de nodige onderbrekingen – voor de rest van haar leven bij onze westerburen heeft gewoond. Deze gegevens komen overiges voor in een tekst die zij zelf aan het eind van de jaren 50 heeft geschreven en die bij de familie is.
In een recent proefschrift gepubliceerd in 2018 van de Nederlandse historicus Margriet Fokken (Beyond being koelies and kantraki: Constructing Hindostani identities in Suriname in the era of indenture 1873 – 1921) staan voorbeelden van vrouwen die al in de eerste twee decennia van de 20ste eeuw hun eigen zaak hadden of na de dood van hun man de zaken voortzetten. We mogen aannemen dat zij zeker wat basis scholing hadden om dit te kunnen doen.Zo zien wij ook hier weer hoe belangrijk uitzonderingen zijn al was het alleen om aan te geven dat er altijd mensen waren, mannen en vrouwen, die zich wisten lost te maken uit stereotype verwachtingen die in elke maatschappij voorkomen.
Toch zouden contractanten en later nazaten van hen steeds meer het belang van onderwijs inzien zoals Lila Gobardhan schets. Wat me altijd is opgevallen in archiefstukken waarmee ik heb gewerkt, is dat koloniale machthebbers vaak veel speelruimte hebben opengelaten voor de Brits Indiers om wel of niet deel te nemen aan onderwijs. Je krijgt de indruk dat zij al lang blij waren als zo veel als mogelijk arbeiders uit deze groep inclusief de jongens of meisjes wilden werken op de velden. De winsten gingen boven mooie idealen over een geschoolde bevolking.
In de presentatie is ook aangegeven dat contractanten belangrijk waren in de toenemende roep om openbaar onderwijs aan te bieden als tegenwicht van de religieuze scholen waar onderwijs en zieltjes winnen nauw met elkaar waren verbonden. Dat is een ander belangrijk aspect van contractarbeid in Suriname. Zij bleven erop hameren dat de koloniale overheid een taak had om onderwijs niet over te laten aan de verschillende religieuze denominaties. Het is uiteindelijk gelukt, zoals in de presentatie is geschetst. We moeten echter niet vergeten dat het openbaar onderwijs in vooral de districten geen hoog niveau had vanwege de leerkrachten die zelf nauwelijks gekwalificeerd waren. Het getuigt van enorme doorzettingsvermogen dat uiteindelijk districtskinderen ondanks het onderwijs dat zij hadden genoten, later toch in staat waren om in de hoofdstad hogere opleidingen te volgen en vooral na de Tweede Wereldoorlog tot de intellectuele top van de maatschappij te gaan behoren.
Ik wil nog op een aspect van onderwijs aan de kinderen van contractanten wijzen en wel het geven van lessen in de moedertaal. Er zijn maar weinig gevallen bekend dat in Frans of Engelssprekende Caribische landen deze koloniale machthebbers bereid waren toe te staan dat er onderwijs werd verzorgd in Indiase talen. In dat opzicht was Suriname tamelijk uniek. Het is dan ook niet zo vreemd dat Sarnami in ons land een levende taal is terwijl dat in andere delen van het Caribische gebied niet het geval is. Zij die wel Hindi bijvoorbeeld spreken, hebben het meestal geleerd op de cursussen die Indiase ambassades verzorgden en verzorgen vooral in die landen met een Indiase diaspora en die onafhankelijk werden in de jaren zestig en zeventig van de 20ste eeuw. Op basis van informele gesprekken die ik in de loop der jaren heb gehad met collega’s vooral uit Engelssprekende Caribische landen kan ik afleiden dat nazaten van de contractanten het geweldig vinden dat de taal is gehandhaafd in Suriname. Meertaligheid in ons land is uiteindelijk een zegen geweest en geen belemmering tot integratie met behoud van eigen identiteit. Nationalisten zagen in de jaren vijftig en zestig alleen maar problemen maar hebben zich vergist in het vermogen van de Surinaamse samenleving, hoe gebrekkig dan ook, om te gaan met meerdere talen, religieuze uitingen en andere wezenlijke aspecten van elke mens. Het beeld dat Lila Gobardhan – Rambocus geschetst heeft van pogingen om de taal van Brits Indische contractanten in het onderwijs te handhaven, hebben toch hun uitwerking gehad in de maatschappij waarin we leven. Ik moet erwel bij zeggen dat de Nederlandse taalpolitiek ietswat anders was dan bv de Engelse en Franse en dat bij de Nederlanders toch meer ruimte was de eigen taal te handhaven. Het hele beeld van de zogenaamde assimilatiepolitiek van de Nederlanders in Suriname sloeg uiteindelijk aan bij een klein deel van de bevolking. Het waren dezelfde Nederlanders die steeds bereid waren compromissen te sluiten om de zg assimilatie los te laten zoals in een archief stuk dat ik vond over Javanen aan het eind van de 19de eeuw. Daarin werd toen al voorgesteld om Javanen collectief een gebied te geven waar zij als groep konden wonen en waarbij de garanties werden gegeven dat Creolen en Hindoestanen zouden worden geweerd uit dit woon en werk gebied.
Resumerend zien we dat de rol van het onderwijs voor de emancipatie en maatschappelijke ontwaking van Hindostaanse immigranten voor een deel toch gestuurd is door de groep zelf. Zij hebben bepaald wanneer kinderen wel of niet naar school gingen, wanneer meisjes wel of niet hieraan mochten deelnemen, zij hebben geweigerd om op grote schaal christelijk onderwijs te accepteren en zij hebben het openbaar onderwijs op de agenda geplaatst. Lila Gobardhan – Rambocus heeft in haar presentatie laten zien dat onderwijs cruciaal was voor de ontwikkeling van de Surinaamse maatschappij in het algemeen en voor de immigranten in het bijzonder maar dat laatstgenoemden wel doorhadden dat met onderwijs er meer kwam dan alleen maar kennis.
Ik dank U