JIT NARAIN

Biografie

Biografie

Jit Narain (Livorno, Suriname, 7 augustus 1948), is het pseudoniem van Djietnarainsingh Baldewsingh. Hij is als medicus (huisarts) opgeleid in Leiden (huisarts) en staat bekend als Sarnámi-activist. Hij is dichter en heeft inmiddels veel bundels op zijn naam staan.

Jit Narain is een voorvechter van de emancipatie van het Sarnámi, de moedertaal van de Surinaamse en Nederlandse Hindustanen. In zijn poëzie bezingt Jit Narain onze voorouders, die als contractarbeiders van India kwamen en zich als landbouwende klasse uit de modder omhoog wisten te werken. Voorts is de tweede emigratie (naar Nederland) en het gevoel van ontworteling, dat daaruit ontsproot een constante in zijn poëzie. Zijn rijpste werk onttrekt zich meer en meer aan het anekdotische, maar blijft dankzij de metafora sterk beeldend. In 1988 verscheen zijn verzamelde poëzie in het Devanágari-schrift in lndia. In 2004 volgde, ook in India, Dosti ke cáh/Wat vriendschap verlangt/What friendship desires.

In 1987 kreeg Jit Narain voor zijn verdiensten voor het Sarnámi de eerste Rahmán Khán-prijs in Paramaribo. Sarnámi is ook de naam van het blad, dat hij van 1982 tot 1986 uitgaf en grotendeels alleen volschreef. In 1991 ging Jit Narain definitief terug naar zijn geboorteland Suriname, waar hij aan de Mr. P. Chandi Shawweg in het district Saramacca een polikliniek opende. Daarnaast houdt hij zich bezig met landbouw en ontplooit ook veel maatschappelijke activiteiten voor de gemeenschap, vooral voor schoolgaande jongeren, in het plaatsje Uitkijk.

Over Jit Narain

Michiel van Kempen: Jit Narain

In: Kritisch Lexicon van de Moderne Nederlandstalige Literatuur, afl. 86, augustus 2002. 16 pp. (Biografie, beschouwing, primaire en secundaire bibliografie)

Michiel van Kempen & John Albert Jansen

Jit Narain en het verdriet van de voorouders: “Hindostanen zijn geen blije mensen, en daar kom ik uit voort, ja.” In: Poëziekrant, 26 (2002), nr. 1, januari-februari, pp. 57–63.

Michiel van Kempen

Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur. Breda: De Geus, 2003, deel II, pp. 1153–1159

Jit Narain

is het pseudoniem van Djietnarainsingh Baldewsingh

Literaire werken

  • Dál Bhát Chatni, Leiden, 1977.
  • Hinsá-parsád/ Geweld loont, Den Haag, 1980.
  • Jatne ujjar joti otane gahrá jhalká/ Hoe blanker het licht hoe dieper de blaren, Den Haag, 1981.
  • Wie wil wonen op de oever/ Waarom koerst hij naar de zee// Mánge ghat pe jiwan jhele/ Káhen naw samundar khewe, Den Haag, 1984.
  • Waar Ben Je Daar/ Báte huwán tu kahán, Suriname, 1987.
  • Jit Narain ke Sarnámi kavitáyen, M. P. Tripalhi, 1988.
  • Agni ke yád, yád ke rákhi/ Ter herinnering aan Agni, de as van de herinnering, Suriname, 1991.
  • Tussen de woorden is het stil, Suriname, 1995.
  • Poems by Jt Narain, Paramaribo, 2003.
  • Dosti ke cáh/ wat vriendschap verlangt, 2004.
  • Who wants to live at the riverbank & other poems, D. France Olivieira, 2004.
  • Rahan, Suriname, 2017.

Andere publicaties van Jit Narain

  • Sarnámi, Den Haag, 1982-1986.
  • Ká hál: leerboek Sarnámi, Den Haag, 1987.
  • Het Nágarischrift voor beginners, Paramaribo, 2003.

Prijzen

  • 1987 Rahmán Khan Prijs
  • 2002 Plakkaat Indiase Ambassade Paramaribo Suriname
  • 2002 Ridder in de Orde van de Gouden Palm
  • 2003 The Indian Diaspora Award (Wereld Hindi Conferentie)
  • 2017 H. F. de Ziel Literatuur- en Cultuurprijs / Trefossa Prijs