Welkom op de website van de Jit Narain Lezing.
De Jit Narain Lezing is een jaarlijkse lezing over het Surinaams-Hindustaans cultureel erfgoed, die alternerend in Den Haag (Nederland) en in Paramaribo (Suriname) gehouden wordt. Deze lezing is in het leven geroepen ter ere van de dichter Jit Narain (Livorno, 1948), de eerste Sarnámi-dichter die met zijn literaire werk de emancipatie van het Sarnámi ter hand heeft genomen en deze Surinaamse taal een literair podium heeft geboden.
De lezing weerspiegelt het gedachtengoed van de dichter Jit Narain om de Sarnámi cultuur in de meest brede zin te beschrijven, te preserveren en te ontwikkelen.
Actueel
J I T N A R A I N L E Z I N G 2020
Historicus Hans Ramsoedh houdt de Jit Narain lezing 2020
Het Curatorium van de Jit Narain lezing & de Jit Narain Cultuurprijs heeft onlangs bekendgemaakt dat de derde editie van de Jit Narain Lezing vooralsnog zal worden gehouden op vrijdag 4 september 2020 in Theater Diligentia te Den Haag, om 20.00 uur. De lezing zal dit jaar worden verzorgd door historicus dr. Hans Ramsoedh. Het thema is: De Surinaams-Hindustaanse cultuur in Nederland en Suriname, welke kant gaat het op?
In verband met de maatregelen rondom de bestrijding van het Coronavirus zal in juni definitief besloten worden of de lezing daadwerkelijk op deze datum, of op een later tijdstip, zal worden gehouden. Gelieve hier rekening mee te houden. Nadere informatie volgt dus! Maar noteer alvast deze datum in de agenda…
* * * * * * * * *. * *
Co-referaat drs. Jerry Egger
Jit Narain Lezing 2019 door Lila Gobardhan-Rambocus
8 augustus 2019 Paramaribo, Suriname
Genodigden, dames en heren,
Lila Gobardhan – Rambocus’ dissertatie, Onderwijs als sleutel tot maatschappelijke vooruitgang: Een taal – en onderwijsgeschiedenis van Suriname, 1651 – 1975, is meer dan alleen maar een studie over het hele onderwijs en taalgebeuren in Suriname. Het bevat ook heel wat belangrijke stukken over de culturele ontwikkeling van Suriname, een aspect van onze geschiedenis waar er nog niet veel over is vastgelegd. Op de Bachelor geschiedenis opleiding van de Faculteit der Humaniora van de Anton de Kom Universiteit van Suriname geef ik het onderdeel Suriname 3 – dat is de periode na 1945 – en telkens word ik geconfronteerd met het feit dat er nog niet veel is geschreven over culturele ontwikkelingen in zijn algemeenheid in Suriname na de Tweede Wereldoorlog. Ik maak dan altijd gretig gebruik van de delen over cultuur in de dissertatie van Lila. In haar presentatie van vanavond over het onderwijs aan de Brits Indische contractanten die in Suriname kwamen na 1873, zult u gemerkt hebben dat zij ook andere ontwikkelingen betrekt bij het onderwerp. Dat moet want zonder contekst is het een opsomming van jaartallen en gebeurtenissen, meer niet. Pogingen om onderwijs te geven aan contractanten passen in een bepaald beleid van het Nederlandse koloniale beleid in Suriname. De weigering van deze Brits Indiers in de beginfase om meisjes naar school te sturen past in een bepaalde opvatting van de rol van vrouwen in de Brits Indische cultuur. In dit laatste geval is het overigens interessant om de uitzonderingen op de regel te vinden. Een mooi voorbeeld is Alice Singh, de dochter van de bekende tolk Sitalpersad. Haar moeder stuurde haar naar een katholieke school zonder dat haar vader ervan wist. Zo kreeg zij dus onderwijs als enig Hindoestaans meisje op de hele school, dat haar in staat stelde te lezen en schrijven. Vooral de verschillende vreemde talen die zij kreeg zoals Frans, Engels en Duits, hebben haar geboeid. Het geval van Alice Singh is een interessante uitzondering die de regel bevestigt. Een van de personen die ook tegen het naar school gaan van Alice was, was haar grootmoeder, Phuljaree, de moeder van Sitalpersad. Deze vrouw was een contractant die in 1882 met haar jonge zoon naar Suriname kwam. Zij was weduwe, kwam uit een welgestelde familie, nam geheel zelfstandig het besluit India te verlaten nadat er waarschijnlijk het een en ander moet zijn gebeurd, en bouwde een nieuw leven op in Suriname. En uitgerekend deze vrouw vond het geen goed idee dat haar kleindochter naar school ging. De grootmoeder zat dus vast in een bepaalde visie op het vrouw zijn terwijl haar eigen leven afweek van de standaard rol van de vrouw. Ik dacht aan dit voorbeeld toen ik de tekst van deze presentatie van Lila Gobardhan – Rambocus aan het lezen was. Laat me direct erbij zeggen dat de rest van het leven van Alice Singh verder wel “traditioneel” was in die zin dat zij door haar vader werd uitgehuwelijkt aan een man die in het toenmalige Brits Guiana woonde, dat zij ook daarnaartoe verhuisde en – wel met de nodige onderbrekingen – voor de rest van haar leven bij onze westerburen heeft gewoond. Deze gegevens komen overiges voor in een tekst die zij zelf aan het eind van de jaren 50 heeft geschreven en die bij de familie is.
In een recent proefschrift gepubliceerd in 2018 van de Nederlandse historicus Margriet Fokken (Beyond being koelies and kantraki: Constructing Hindostani identities in Suriname in the era of indenture 1873 – 1921) staan voorbeelden van vrouwen die al in de eerste twee decennia van de 20ste eeuw hun eigen zaak hadden of na de dood van hun man de zaken voortzetten. We mogen aannemen dat zij zeker wat basis scholing hadden om dit te kunnen doen.Zo zien wij ook hier weer hoe belangrijk uitzonderingen zijn al was het alleen om aan te geven dat er altijd mensen waren, mannen en vrouwen, die zich wisten lost te maken uit stereotype verwachtingen die in elke maatschappij voorkomen.
Toch zouden contractanten en later nazaten van hen steeds meer het belang van onderwijs inzien zoals Lila Gobardhan schets. Wat me altijd is opgevallen in archiefstukken waarmee ik heb gewerkt, is dat koloniale machthebbers vaak veel speelruimte hebben opengelaten voor de Brits Indiers om wel of niet deel te nemen aan onderwijs. Je krijgt de indruk dat zij al lang blij waren als zo veel als mogelijk arbeiders uit deze groep inclusief de jongens of meisjes wilden werken op de velden. De winsten gingen boven mooie idealen over een geschoolde bevolking.
In de presentatie is ook aangegeven dat contractanten belangrijk waren in de toenemende roep om openbaar onderwijs aan te bieden als tegenwicht van de religieuze scholen waar onderwijs en zieltjes winnen nauw met elkaar waren verbonden. Dat is een ander belangrijk aspect van contractarbeid in Suriname. Zij bleven erop hameren dat de koloniale overheid een taak had om onderwijs niet over te laten aan de verschillende religieuze denominaties. Het is uiteindelijk gelukt, zoals in de presentatie is geschetst. We moeten echter niet vergeten dat het openbaar onderwijs in vooral de districten geen hoog niveau had vanwege de leerkrachten die zelf nauwelijks gekwalificeerd waren. Het getuigt van enorme doorzettingsvermogen dat uiteindelijk districtskinderen ondanks het onderwijs dat zij hadden genoten, later toch in staat waren om in de hoofdstad hogere opleidingen te volgen en vooral na de Tweede Wereldoorlog tot de intellectuele top van de maatschappij te gaan behoren.
Ik wil nog op een aspect van onderwijs aan de kinderen van contractanten wijzen en wel het geven van lessen in de moedertaal. Er zijn maar weinig gevallen bekend dat in Frans of Engelssprekende Caribische landen deze koloniale machthebbers bereid waren toe te staan dat er onderwijs werd verzorgd in Indiase talen. In dat opzicht was Suriname tamelijk uniek. Het is dan ook niet zo vreemd dat Sarnami in ons land een levende taal is terwijl dat in andere delen van het Caribische gebied niet het geval is. Zij die wel Hindi bijvoorbeeld spreken, hebben het meestal geleerd op de cursussen die Indiase ambassades verzorgden en verzorgen vooral in die landen met een Indiase diaspora en die onafhankelijk werden in de jaren zestig en zeventig van de 20ste eeuw. Op basis van informele gesprekken die ik in de loop der jaren heb gehad met collega’s vooral uit Engelssprekende Caribische landen kan ik afleiden dat nazaten van de contractanten het geweldig vinden dat de taal is gehandhaafd in Suriname. Meertaligheid in ons land is uiteindelijk een zegen geweest en geen belemmering tot integratie met behoud van eigen identiteit. Nationalisten zagen in de jaren vijftig en zestig alleen maar problemen maar hebben zich vergist in het vermogen van de Surinaamse samenleving, hoe gebrekkig dan ook, om te gaan met meerdere talen, religieuze uitingen en andere wezenlijke aspecten van elke mens. Het beeld dat Lila Gobardhan – Rambocus geschetst heeft van pogingen om de taal van Brits Indische contractanten in het onderwijs te handhaven, hebben toch hun uitwerking gehad in de maatschappij waarin we leven. Ik moet erwel bij zeggen dat de Nederlandse taalpolitiek ietswat anders was dan bv de Engelse en Franse en dat bij de Nederlanders toch meer ruimte was de eigen taal te handhaven. Het hele beeld van de zogenaamde assimilatiepolitiek van de Nederlanders in Suriname sloeg uiteindelijk aan bij een klein deel van de bevolking. Het waren dezelfde Nederlanders die steeds bereid waren compromissen te sluiten om de zg assimilatie los te laten zoals in een archief stuk dat ik vond over Javanen aan het eind van de 19de eeuw. Daarin werd toen al voorgesteld om Javanen collectief een gebied te geven waar zij als groep konden wonen en waarbij de garanties werden gegeven dat Creolen en Hindoestanen zouden worden geweerd uit dit woon en werk gebied.
Resumerend zien we dat de rol van het onderwijs voor de emancipatie en maatschappelijke ontwaking van Hindostaanse immigranten voor een deel toch gestuurd is door de groep zelf. Zij hebben bepaald wanneer kinderen wel of niet naar school gingen, wanneer meisjes wel of niet hieraan mochten deelnemen, zij hebben geweigerd om op grote schaal christelijk onderwijs te accepteren en zij hebben het openbaar onderwijs op de agenda geplaatst. Lila Gobardhan – Rambocus heeft in haar presentatie laten zien dat onderwijs cruciaal was voor de ontwikkeling van de Surinaamse maatschappij in het algemeen en voor de immigranten in het bijzonder maar dat laatstgenoemden wel doorhadden dat met onderwijs er meer kwam dan alleen maar kennis.
Ik dank U
Foto-impressie Jit Narain Lezing 2019
U I T N O D I G I N G
Het Curatorium van de Jit Narain Lezing nodigt u uit voor een bijzondere activiteit, die dit jaar voor de tweede keer zal plaatsvinden. U wordt uitgenodigd om de Jit Narain Lezing 2019 bij te wonen.
De Jit Narain Lezing is een jaarlijks terugkerende lezing over de Sarnámi cultuur in Nederland en Suriname. De Lezing wordt alternerend georganiseerd in Nederland (Den Haag) en in Suriname (Paramaribo). De lezing gaat over onderwerpen die de Sarnámi cultuur in de meest brede zin raken. Hierbij wordt de nadruk gelegd op taal, literatuur, cultuur, politieke emancipatie en geschiedenis van de Surinaamse Hindustanen in Nederland en Suriname. Het gaat dan niet alleen om de balans tot nu toe, maar vooral ook om de focus op toekomstige ontwikkelingen, gestoeld op de verdiensten uit het verleden en het heden.
Aan deze lezing is ook de uitreiking van de Jit Narain Cultuurprijs gekoppeld. Na de lezing van 45 minuten en een co-referaat van 15 minuten is er een korte Q&A-sessie met de zaal en de keynote-spreker en de coreferent. Vervolgens wordt de Jit Narain Cultuurprijs 2019 uitgereikt. Het gaat hier om een geldbedrag van SRD. 20.000,- en een speciaal hiervoor gemaakte sculptuur, gebaseerd op beelden die bij ons leven van de Brits-Indische contractarbeiders die in Suriname tewerkgesteld werden.
Wij nodigen u graag uit om deze bijzondere lezing bij te wonen. De toegang is gratis, maar u moet u wel van te voren aanmelden. Na afloop van de lezing zal de uitgesproken tekst beschikbaar zijn voor alle aanwezigen.
Het curatorium van de Jit Narain Lezing heeft besloten om de tweede Jit Narain Lezing te houden op:
Datum: Donderdag 8 augustus 2019
Plaats: Aula IGSR (Anton de Kom Universiteit)
Leysweg 86 – Tammenga – Paramaribo
Tijd: 19.30 uur (inloop vanaf 18.45 uur)
De Jit Narain Lezing 2019 zal worden uitgesproken door dr. Lila Gobardhan-Rambocus. De titel van haar lezing is: Rol van het onderwijs voor de emancipatie en de maatschappelijke ontwaking van de Hindustanen tot 1945. In haar lezing zal zij ingaan op de oprichting en ontwikkeling van scholen voor Brits-Indische contractarbeiders en hun nakomelingen in de districten van Suriname.
Na afloop van de lezing zal de Jit Narain Cultuurprijs 2019 worden uitgereikt aan de bakermat van het Sarnámi toneel, Rahemalbuiten, vertegenwoordigd door de theatermakers Perdiep Doda, Shanti Matai en Jitender Ladi.
Het programma ziet er als volgt uit:
18.45 uur Inloop
19.15 uur Iedereen neemt plaats in de aula
19.25 uur Muzikale aubade
19.30 uur Opening door Rabin S. Baldewsingh namens het Curatorium
19.45 uur Jit Narain Lezing 2019 door dr. Lila Gobardhan-Rambocus
20.30 uur Co-referaat door drs. Jerry Egger
20.45 uur Q&A-sessie met de zaal en dr. Lila Gobardhan-Rambocus en drs. Jerry Egger
21.15 uur Videopresentatie
Voorlezen juryrapport door drs. Krishna Autar namens het Curatorium
21.30 uur Uitreiking Jit Narain Cultuurprijs 2019
21.40 uur Laureaten houden een woord van dank
21.45 uur Afsluiting Jit Narain Lezing 2019 door het Curatorium
21.50 uur Aangeklede receptie
22.30 uur Afsluiting
Wilt u ons laten weten of wij kunnen rekenen op uw aanwezigheid?
Aanmelding is verplicht. Voor deze unieke lezing kunt u zich aanmelden:
Voor meer informatie verwijzen wij u naar onze website:
BIJLAGE
BIOPIC Lila Gobardhan-Rambocus
Lila Gobardhan-Rambocus (Paramaribo, 1948) studeerde Nederlands en Algemene taalwetenschap in Utrecht onder de bezielende leiding van Geert Koefoed. In 2001 promoveerde zij in Leiden op een studie over de taal- en onderwijsgeschiedenis van Suriname onder begeleiding van prof. dr. Jan W. de Vries. Zij was opleidingscoördinator Nederlands op het Instituut voor de Opleiding van Leraren (IOL) en heeft de masteropleiding Nederlandse taal en cultuur van het Institute for Graduate Studies and Research (IGSR) van de Anton de Kom Universiteit van Suriname, gecoördineerd. Als lid van de Raad van Toezicht is zij nog nauw verbonden met het IOL. Zij is ook lid van NOVA (Nationaal Orgaan voor Accreditatie). In het verleden heeft zij veel recensies geschreven voor de literaire pagina van De Ware Tijd. Thans schrijft zij ook voor het maandblad de Parbode. E-mailadres: sabitriegobardhan@gmail.com
BIOPIC Jerry Egger
Jerome (Jerry) L. Egger (Paramaribo, 1955) is een historicus. Hij studeerde Engels en geschiedenis aan het Instituut voor de Opleiding van Leraren (IOL) in Paramaribo. Met een Fulbright-beurs studeerde hij geschiedenis aan de Tulane University in New Orleans(Louisiana, VS), waar hij zijn Master of Arts behaalde. . Hij is als docent en opleidingscoördinator verbonden aan de Anton de Kom-Universiteit in Paramaribo. Jerry Egger publiceerde in verschillende tijdschriften: Kalá, SWI-Forum, Mededelingen van het Surinaams Museum, Mutyama, Journal of Social Sciences, Oso, Kompas. In De Ware Tijd Literair schrijft hij over Surinaamse en Caraïbische geschiedenis en over Caraïbische literatuur. Hij werkte mee aan de herdruk van Geschiedenis van Suriname: van stam tot staat (1998). In de jaren ’80 stond hij mede aan de wieg van de Stichting Wetenschappelijke Informatie, SWI, in Paramaribo.
BIOPIC toneelgroepen Rahemalbuiten
Op Rahemalbuiten zijn drie Hindustaanse toneelgroepen actief. Alle ontstaan uit de Jongerenvereniging Rahemalbuiten, timmeren ze nu zelfstandig aan de weg om het Hindustaans Toneel een goede positie te geven in het culturele landschap van de Hindustaanse gemeenschap in Suriname. De voortrekkers zijn de heren Perdiep Doda en Jitender Ladi en mevrouw Shanitidebie Matai. Jaarlijks produceren ze enkele spraakmakende toneelstukken die zowel in Suriname als in Nederland volle zalen (stadion) trekken. Dankzij hun inzet is Rahemalbuiten thans de bakermat van het Hindustaans Toneel.
GOED NIEUWS
Drs. Jerry Egger co-referent Jit Narain Lezing 2019
Zoals inmiddels bekend zal de Jit Narain Lezing 2019 uitgesproken worden door de bekende Surinaamse taalkundige en onderwijskenner dr. Lila Gobardhan-Rambocus. Haar co-referent zal zijn, de historicus en taalkundige drs. Jerry Egger die als docent verbonden is aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname.
Na de 45-minuten durende lezing van Gobardhan-Rambocus zal Egger 15 minuten de tijd krijgen om te reflecteren op haar verhaal. Haar lezing heeft de titel Rol van het onderwijs voor de emancipatie en de maatschappelijke ontwaking van Hindostaanse immigranten in Suriname in de periode 1873-1945. Egger zal vanuit zijn perspectief de onderwijsontwikkelingen en met name de betekenis van onderwijs in Suriname duiden.
Jerome (Jerry) L. Egger (Paramaribo, 1955) is een historicus. Hij studeerde Engels en geschiedenis aan het Instituut voor de Opleiding van Leraren (IOL) in Paramaribo. Met een Fulbright-beurs studeerde hij geschiedenis aan de Tulane University in New Orleans(Louisiana, VS), waar hij zijn Master of Arts behaalde. . Hij is als docent en opleidingscoördinator verbonden aan de Anton de Kom Universiteit in Paramaribo. Jerry Egger publiceerde in verschillende tijdschriften: Kalá, SWI-Forum, Mededelingen van het Surinaams Museum, Mutyama, Journal of Social Sciences, Oso, Kompas. In De Ware Tijd Literair schrijft hij over Surinaamse en Caraïbische geschiedenis en over Caraïbische literatuur. Hij werkte mee aan de herdruk van Geschiedenis van Suriname: van stam tot staat (1998). In de jaren ’80 stond hij mede aan de wieg van de Stichting Wetenschappelijke Informatie, SWI, in Paramaribo.
AANKONDIGING
Jit Narain Lezing 2019 wordt uitgesproken door Lila Gobardhan-Rambocus
De Jit Narain Lezing 2019 zal worden uitgesproken door dr. Lila Gobardhan-Rambocus. De titel van haar lezing is: Rol van het onderwijs voor de emancipatie en de maatschappelijke ontwaking van de Hindustanen tot 1945. In haar lezing zal zij ingaan op de oprichting en ontwikkeling van scholen voor Brits-Indische contractarbeiders en hun nakomelingen in de districten van Suriname.
Na afloop van de lezing zal de Jit Narain Cultuurprijs 2019 worden uitgereikt.
Het curatorium van de Jit Narain Lezing heeft besloten om de tweede Jit Narain Lezing te houden op:
Datum: Donderdag 8 augustus 2019
Plaats: Aula IGSR (Anton de Kom Universiteit) Leysweg 86 Tammenga – Paramaribo
Tijd: 19.30 uur (inloop vanaf 18.45 uur)
De Jit Narain Lezing is een jaarlijks terugkerende lezing over de Sarnámi cultuur in Nederland en Suriname. De Lezing wordt alternerend georganiseerd in Nederland (Den Haag) en in Suriname (Paramaribo). De lezing gaat over onderwerpen die de Sarnámi cultuur in de meest brede zin raken. Hierbij wordt de nadruk gelegd op taal, literatuur, cultuur, politieke emancipatie en geschiedenis van de Surinaamse Hindustanen in Nederland en Suriname. Het gaat dan niet alleen om de balans tot nu toe, maar vooral ook om de focus op toekomstige ontwikkelingen, gestoeld op de verdiensten uit het verleden en het heden.
Aan deze lezing is ook de uitreiking van de Jit Narain Cultuurprijs gekoppeld. Na de lezing van 45 minuten en een co-referaat van 15 minuten is er een korte Q&A-sessie met de zaal en de keynote-spreker en de coreferent. Vervolgens wordt de Jit Narain Cultuurprijs 2019 uitgereikt. Het gaat hier om een geldbedrag van SRD. 20.000,- en een speciaal hiervoor gemaakte sculptuur, gebaseerd op beelden die bij ons leven van de Brits-Indische contractarbeiders die in Suriname tewerkgesteld werden.
BIOPIC Lila Gobardhan-Rambocus
Lila Gobardhan-Rambocus (Paramaribo, 1948) studeerde Nederlands en Algemene taalwetenschap in Utrecht onder de bezielende leiding van Geert Koefoed. In 2001 promoveerde zij in Leiden op een studie over de taal- en onderwijsgeschiedenis van Suriname onder begeleiding van prof. dr. Jan W. de Vries. Zij was opleidingscoördinator Nederlands op het Instituut voor de Opleiding van Leraren (IOL) en heeft de masteropleiding Nederlandse taal en cultuur van het Institute for Graduate Studies and Research (IGSR) van de Anton de Kom Universiteit van Suriname, gecoördineerd. Als lid van de Raad van Toezicht is zij nog nauw verbonden met het IOL. Zij is ook lid van NOVA (Nationaal Orgaan voor Accreditatie). In het verleden heeft zij veel recensies geschreven voor de literaire pagina van De Ware Tijd. Thans schrijft zij ook voor het maandblad de Parbode.
De 1ste Jit Narain Lezing was een groot succes. De lezing werd georganiseerd op vrijdag 31 augustus 2018 in de Nieuwe Kerk in Den Haag. De lezing werd bijgewoond door 260 mensen.
De lezing werd uitgesproken door prof. dr. Michiel van Kempen. Hij is ingegaan op de ontwikkeling van de Hindustaanse cultuur, taal en literatuur in algemene zin in Suriname en Nederland. Vervolgens heeft hij ingezoomd op de positie die de dichter Jit Narain hierin inneemt. In zijn lezing wist Michiel van Kempen de aanwezigen te verrassen met een belangrijk historisch nieuwsfeit: de immigratie van Brits-Indische contractarbeiders naar Suriname is niet begonnen op 5 juni 1873, maar op 5 mei 1868!
Prof. dr. Michiel van Kempen
VERSLAG
Eerste Sarnámi Cultuurprijs uitgereikt aan Jit Narain
Bij een drukke receptie konden de aanwezigen de nieuwe bundel aanschaffen alsook tal van andere publicaties op het gebied van de Hindostaanse cultuur. Alle aanwezigen kregen ook de gedrukte tekst van de Eerste Jit Narain Lezing mee.